Vrolijke Tuinhulpjes: Welk beestje doet wat in de tuin?
In de tuin zijn er talloze insecten en andere kleine beestjes actief die een belangrijke rol spelen in het creëren van een gezonde en evenwichtige leefomgeving. Sommige van deze beestjes zijn echte vrolijke tuinhulpjes, die bijvoorbeeld planten beschermen tegen schadelijke insecten of zorgen voor de bestuiving van bloemen. Daarom heeft Velt een actie gestart om meer aandacht te vragen voor deze nuttige beestjes in de tuin. Want wist je bijvoorbeeld dat een sluipwesp kan helpen bij het bestrijden van bladluizen, of dat een lieveheersbeestje dol is op bladluizen en spint? En wist je dat oorwormen helpen bij het opruimen van dode plantenresten en daardoor ook een belangrijke rol spelen in het behoud van een gezonde bodem? Ontdek meer over deze vrolijke tuinhulpjes en hoe je ze kunt helpen om zich thuis te voelen in jouw tuin.
Egel
-
Nut in de tuin: Ik smul me te pletter aan slakken, rupsen en kevers.
-
Hoe lok je mij? Zorg er allereerst voor dat ik in en uit je tuin kan. Kies bijvoorbeeld voor een natuurlijke afsluiting van je tuin met een haag of heg.
Gaasvlieg
-
Nut in de tuin: Mijn larve eet 300 tot 500 bladluizen gedurende haar ontwikkeling, maar ze waagt zich ook aan (spint)mijten, bladvlooien, en schildluizen.
-
Hoe lok je mij? Zorg voor een bloemenweide met nectarrijke bloemen zoals boerenwormkruid en margriet.
Kameelhalsvlieg
- Nut in de tuin: Mijn larven en ik houden van bladluizen, maar ook mijten, stofluizen en springstaarten staan op ons menu.
- Hoe lok je mij? Zorg voor houtige, schorsdragende planten en schaduwrijke plekken in je tuin.
Kikker
- Nut in de tuin: Ik smul van tal van insecten, spinnen en rupsen. Verder lust ik ook wel een (naakt)slak.
- Hoe lok je mij? Ik verstop me graag tussen dichte begroeiing waar het vochtig is. Voorzie een plekje met hoog gras, een composthoop of een takkenwal.
Lieveheersbeestje
- Nut in de tuin: Mijn larve kan zo’n 100 bladluizen per dag verorberen. Als volwassene eet ik er zo’n 50 per dag. Naast bladluizen jaag ik ook op bladvlooien, keverlarven en mijten.
- Hoe lok je mij? Zorg voor overwinteringsplekjes. Laat afgestorven bloemhoofden en stengels staan of laat bladafval en snoeihout liggen.
Oorworm
- Nut in de tuin: Met mijn onschuldige tangachtige aanhangsel werk ik grote hoeveelheden bladluizen, mijten en larven van insecten weg.
- Hoe lok je mij? Maak een schuilplaats voor me door een bosje met hooi of lang gedroogd gras samen te binden en in een terracottapotje te stoppen (=oorwormpotje).
Roofwants
- Nut in de tuin: Ik ga op roofjacht in de tuin op spintmijten, bladluizen, bladvlooien, schildluizen en tripsen.
- Hoe lok je mij? Ik overwinter graag beschut. Zorg voor een gelaagde begroeiing met bomen, struiken en kruidachtigen waar ik kan schuilen. Laat bladafval liggen.
Sluipwesp
- Nut in de tuin: Ik leg mijn eitjes in een andere insect zoals een bladluis (bijv. appelbloedluis) of een rups (bijv. van het groot koolwitje of de fruitmot). Na een tijd komt mijn larve eruit gekropen en die smult de gastheer op.
- Hoe lok je mij? Laat verschillende keukenkruiden, zoals dille en koriander, of venkel uitschieten. Ze voorzien me van nectar.
Zweefvlieg
- Nut in de tuin: Mijn larven kunnen op twee weken tijd honderden bladluizen opeten.
- Hoe lok je mij? Zaai een bloemenakker in met nectarrijke bloemen zoals boekweit, phacelia en korenbloem